You’ve probably heard this Seinfeld joke:
According to most studies, people’s number one fear is public speaking. Number two is death. Death is number two. Does that sound right? This means to the average person, if you go to a funeral, you’re better off in the casket than doing the eulogy.
Zo start het geestige blog van Tim Urban waarin hij beschrijft wat er met hem gebeurde toen hij gevraagd werd een TED talk in Vancouver te geven.
Er zijn grofweg drie mogelijkheden in de voorbereiding aldus Urban. Je kunt gewoon het podium opgaan en al pratend hopen dat je iets te vertellen hebt. Vereist hardcode self-confidence en eigenlijk alleen realistisch voor een toast bij een diner of spontane speech op een feest. Niet echt een optie voor een TED waardig verhaal. Een tweede mogelijkheid is de inhoud goed voorbereiden en aan de hand van kernwoorden het verhaal min of meer spontaan vertellen. Als je vertrouwd bent met de inhoud kan het. Maar je weet natuurlijk niet zeker of je verhaal goed zal gaan. Wat zullen de zenuwen doen? Zul je niets vergeten? Zul je in de goede stemming zijn? Risicovolle optie. De derde manier is een steengoed verhaal maken, helemaal uitschrijven en uit je hoofd leren. Leren tot het Happy-Birthday-level! Dat is cruciaal, dat je de tekst kent zoals acteurs hun tekst kennen. Je moet je tekst kunnen dromen. Iemand moet je midden in de nacht wakker kunnen maken en dan moet je meteen je tekst kunnen zeggen. Zoals je op een feest meteen kunt invallen bij Happy Birthday terwijl je doorgaat met wat je aan het doen was. Dan zit het opgeslagen in je onbewuste en heb je tijdens je presentatie je hoofd vrij om echt te reageren op de zaal, nuances aan te brengen in je verhaal, natuurlijk en authentiek over te komen, kortom de presentatie van je leven te geven.
Dit laatste vereist enorme voorbereiding. Urban besluit dat het voor de TED talk in Vancouver de enige optie is en doet zeer geestig verslag van zijn getreuzel in de voorbereiding en de tijdnood waarin hij terecht komt, lees hier zijn blog.
Er is oefening nodig om een presentatie natuurlijk te laten lijken. Authenticiteit en gemak komen niet vanzelf. In de 21e eeuw draait het om ideeën dus hoe beter je jouw ideeën kunt verkopen hoe succesvoller je zult zijn. Het goede nieuws: als je weet waar je op moet letten en bereid bent ervoor te werken is gepassioneerd speechen mogelijk. Het lezenswaardige boek Spreek als TED staat boordevol inspiratie. Zoals de ondertitel belooft: de 9 geheimen van de beste sprekers ter wereld. Zodat het publiek emotioneel geraakt zal zijn en je als spreker vernieuwend en memorabel bent.
En eigenlijk is dit toepasbaar op bijna alle communicatieve situaties: gesprekken, pep-talks….ik ga het uitproberen in mijn lessen :)).
De derde kersttoespraak van onze Koning. In 2013 schreef ik er ook over. Ik vond het deze keer echt beter.
Nog steeds die prettige, sonore stem. De klemtonen in de zin helpen ons nu veel beter de zinnen te begrijpen dan in 2013. Het tempo is prettiger, afwisselender, rustiger en met minder haperingen.
Mijn advies zou zijn: NU MUZIEK MAKEN!
Wat is dat muzikaal spreken?
Sprekend muziek maken doe je door te variëren in toonhoogte, volume en tempo.
Niemand spreekt op één toon. Probeer maar eens in een zin alle woorden op één en dezelfde toonhoogte te zeggen zonder dat je in toonhoogte varieert. Het wordt dan letterlijk heel ‘monotoon’ en lijkt het meer een soort reciteren of zingen.
Maar het omhoog en omlaag gaan van onze stem gebeurt niet zo maar lukraak! Het is gekoppeld aan wat we willen zeggen. Ga je met je stem naar beneden aan het einde van een zin dan weet de luisteraar: de zin is klaar: —__. Als je je stem een beetje omlaag en dan weer omhoog beweegt, weet de luisteraar: er komt nog iets: —__—. En als je ver omhoog beweegt klinkt er een vraag.
Je helpt de luisteraar de zin taalkundig te begrijpen door de belangrijkste woorden via de toon onder de aandacht te brengen.
In de eerste zinnen doet de koning dat perfect:
Kerstmis geeft ons een moment van bezinning. Door even afstand te nemen van de dagelijkse stroom aan gebeurtenissen kan duidelijker worden waar we zelf in geloven en waar we zelf voor staan.
De klemtonen helpen ons de zin te begrijpen. Ze gidsen ons.
De klemtonen zijn muzikaal allemaal anders. Kerstmis klinkt het hoogst als belangrijkste woord in het eerste deel. En in moment gaat hij heel mooi een heel klein beetje, een momentje, omhoog. En bij bezinning zakt de toon omlaag en klinkt de stem prachtig warm en betrokken. En hij geeft helder aan: eind van de zin. Dan gaat hij lekker nog even in de laagte door in de eerste woorden van de nieuwe zin.
De verschillende toonhoogte bewegingen maken de zin muzikaal. Bij en waar we zelf voor staan spreekt hij iets hoger. Dat is heel prettig want daardoor houdt deze hele lange zin energie en blijft het ons boeien. Hij houdt ons goed bij de les.
Ook ritmisch loopt het lekker.
Hij laat kleine pauzes vallen na kerstmis, na gebeurtenissen….., na worden…..en na geloven…De zin wordt ritmisch interessant. En nog belangrijker: we weten welke woorden bij elkaar horen. Hij deelt de zin begrijpelijk in. Perfect!
Als hij dit zou kunnen volhouden!
En dat blijkt moeilijk. Na een tijdje luisteren valt op dat er een herhalend patroon is van precies dezelfde toonbeweging en rare pauzes. Dat is echt jammer want het gaat staccato klinken, de zinnen worden niet meer helder voor ons ingedeeld. Help! Onze hersens moeten razendsnel de zinnen proberen te reconstrueren.
In de volgende zin is het extreem aan de hand. Vijf keer achter elkaar hoor je precies hetzelfde melodietje:
Over gebeurtenissen… die ons overvallen….en waarmee we geen raad weten…Over verworvenheden… die niet vanzelfsprekend zijn.
Waarom die pauzes na iedere paar woorden? Het gaat staccato klinken. Waarom die vreemde toonhoogte beweging…als een melodie die zich los zingt van de taal? Als de muzikale elementen zelfstandig aandacht gaan trekken omdat ze de taalbetekenis niet meer helpen, ben ik hem kwijt. Mijn oor probeert de pauze of klemtoon te verklaren vanuit de zinnen maar ik raak verdwaald. En ik ga me een beetje ergeren aan de riedel, aldoor hetzelfde stramien in de klank.
Aristoteles adviseerde de spreker om rekening te houden te houden met volume, toon en ritme. Zij die dat deden wonnen de toneelwedstrijd.
Maar dat is zo makkelijk nog niet. Maar oefening baart kunst!